Nederlandse professionals hebben voorkeur voor deels besloten werkplek
Uit recent onderzoek van Regus, aanbieder van flexibele werkplekken, blijkt dat Nederlandse professionals zich het beste kunnen concentreren op deels besloten werkplekken (93%). Voor 89% is dit bovendien de meest productieve plek om te werken.
Regus liet onderzoek doen onder 500 Nederlandse professionals, waarbij de vraag centraal stond welk type werkplek zij het prettigst vinden. Hieruit bleek dat deels besloten werkplekken zorgen voor de grootste productiviteit, terwijl privékantoren de meeste privacy bieden (42%). Gedeelde kantoren zijn voor bijna 80% ideaal voor de onderlinge communicatie tussen teams en afdelingen.
Belangrijkste bevindingen
- Deels besloten werkplekken zijn rustiger dan gedeelde kantoren. Slechts 38% van de ondervraagden geeft aan dat ze deels besloten werkplekken rumoerig vinden, tegen 84% voor gedeelde kantoren.
- Ondanks dat ze rumoeriger zijn, vindt 74% van de ondervraagden dat gedeelde kantoren essentieel zijn voor het bevorderen van samenwerking.
- Voor werken op afstand – dus op een andere plek dan het hoofdkantoor – worden business lounges gezien als het perfecte compromis tussen meer productiviteit (43%) en netwerken (36%).
Patrick Bakker, CEO Central Europe bij Regus: ‘Moderne professionals willen de keuze hebben uit verschillende soorten werkplekken. Zo is het is steeds gebruikelijker dat collega’s van verschillende afdelingen en in verschillende functies samen een kantoorruimte delen. Een interessante vraag is daarbij wat het effect daarvan is op de productiviteit en de concentratie. Het is niet verrassend dat zakenmensen rumoerige kantoortuinen als minder productief ervaren, maar het is wel interessant dat ze een voorkeur hebben voor de gulden middenweg: een deels besloten werkplek die de voordelen biedt van samenwerking van een gedeeld kantoor, zonder dat ze voortdurend worden afgeleid door achtergrondgeluiden. Een meerderheid van de respondenten van ons onderzoek geeft aan dat business lounges zowel de productiviteit stimuleren als netwerkmogelijkheden bieden.’